De vraag die hij in deze lezing voorlegt is wat het verschil is tussen geloof en wetenschap.
Oorspronkelijk liep het Christelijk geloof volkomen parallel met de filosofie van Plato, de toenmalige wetenschap. Men kan zelfs stellen dat het Christendom zo'n enorme opgang heeft kunnen maken omdat het zich naadloos op het toen bekende (Neo-) Platonisme liet plakken. Eeuwenlang werd er niets van een tegenstelling gevoeld tussen geloof en wetenschap.
De werken van Plato's leerling Aristoteles, die een bijna moderne opvatting had van wetenschap, de uitvinder was van de logica en een theorie had die wel erg lijkt op die van de huidige opvatting van de oerknal, waren lang onbekend.
Pas vanaf 800-1000 jaar na Christus sijpelen de geschriften van Aristoteles via Afrika de westelijke wereld binnen. Een schok gaat door de Christelijke geestelijkheid. Het menselijk verstand blijkt naast de waarheid van de Bijbel een bron van kennis te zijn. Moeten we nu nadenken of geloven, ook wanneer het geloven erg onlogisch lijkt? Het bestaan van God kan zelfs bewezen worden met Aristotelische logica.
Misschien is het verschil wel helemaal niet zo groot als we nu wel denken.
Mocht u interesse hebben in het organiseren van een lezing dan kunt u contact opnemen met Ad de Stoppelaar.